Minimaal 1x in de week staan ze op mijn programma: Extensieve duurtrainingen. Zij vormen het fundament van je trainingen vind ik als trainer. Maar tegelijkertijd is het een training die vaak vergeten wordt.
Hoe vaak heb je in het leven wel niet geroepen ‘’Wie het eerste aan de overkant wint!’. Je gaat hardlopen met een vriend of collega onder het motto van een rustig rondje, maar stiekem wil jij niet dat de ander minder hijgt dan jij waardoor je minder fit lijkt. Dat rustige rondje verandert al gauw in intensief, en praten doen jullie beiden al lang niet meer. Ik noem dit ook wel gedrag van ‘stoerdoenerij’ sporters. Met de introductie van sport apps als Runkeeper, Endomondo en STRAVA komen deze ‘stoerdoenerij’ sporters al helemaal aan hun trekken. Even snel kijken of de buurman, met die bierbuik maar toch veel te dure fiets voor zijn figuur, nog een gemiddelde van boven de 30 km per uur heeft gereden vanavond. Want met een gemiddelde van onder de 30 mag je jezelf tenslotte geen wielrenner noemen en al helemaal niet op zo’n dure fiets zitten.
De zondagochtend Zelf doe ik dat ook, met een clubje van onze eigen schaatsvereniging stappen we dan op de racefiets. Op de website staat dit vermeld als ‘Rustige duurtraining van 2 à 3 uur’. Dat klinkt als de perfecte extensieve duurtraining die je als recreatieve sporter ook minimaal 1x in de week nodig hebt. Mooi wat omvang en de intensiteit blijft laag omdat we in een groep zitten. Maar in de praktijk is het totaal anders. Zodra een groepje recreatieve sporters rond middelbare leeftijd dat 1 rondje in de week fietst gaat rijden, dan fietsen ze hun eigen ronde van Vlaanderen. Iedere open weg met tegenwind wordt aangepakt om te laten zien dat degene die op kop rijdt toch nog een half voorwiel voor de ander kan fietsen. Iedere heuvel wordt gezien als een tussensprint voor de bolletjestrui, iedere smalle straat als een van de kasseistroken van Parijs-Roubaix en iedere brede weg als een tussensprint voor het puntenklassement. Na 1 uur fietsen is de hartslag nog geen moment in de zone geweest waarin die moet zijn en stapt iedereen met verzuurde benen en opgeblazen rood hoofd de fiets af bij de koffiestop. Ik kijk om mij heen en ik zie meer mannen, ook van andere fietsgroepjes, die hetzelfde probleem hebben en die maar al te blij zijn dat ze zijn aanbeland bij de koffie met appeltaart. Zij stapten vanochtend waarschijnlijk ook met het idee de fiets op ‘een rustig rondje fietsen’.
Tijdens de koffie beginnen de ‘stoerdoenerij’ sporters meteen de grootste verhalen te vertellen. ‘Ach Piet, zat je nou niet in mijn wiel die heuvel op? Tandje erbij hè voortaan.’ Misschien wilde Piet wel bewust rustig dat heuveltje op rijden, omdat Piet wel bewust op zijn fiets zit.
Het klinkt als een grappig verhaal, maar ik kan mij niet beter herinneren dat ik dit altijd heb meegemaakt toen ik zelf als kind van 10 a 12 jaar op mijn racefiets zat en met de vereniging mee trainde. Je ging op donderdagavond een uur fietsen, en nooit waren deze trainingen rustig. Als het te hard ging durfde je dit niet te zeggen, want jij was dan het mietje. Ik zie dit om mij heen nog steeds gebeuren, nu ook bij jonge kinderen. Ik maak mijzelf hier zorgen over. Maken we hiermee geen talent kapot? Ik denk van wel.
Sinds ik zelf trainer ben en ik kritischer kijk naar alles wat met training te maken heeft, begint de ‘stoerdoenerij’ sporter mij steeds meer tegen te staan. Ik denk dat de kunst van een succesvolle sporter zijn – en dan niet alleen bekeken vanuit de topsport, maar ook de 70-jarige man die nog 3x in de week kan sporten – niet ligt in altijd maar hard en snel en de beste zijn, maar in durven bewust te trainen. En van de fiets stappen met fitte benen in plaats van verzuurd, je hoeft de volgende dag niet altijd spierpijn te hebben.
Ik merk nu ik sinds enkele maanden met een andere mindset en discipline mijn extensieve duurtrainingen uitvoer dat ik veel fitter wordt en sterker. Minimaal 2x in de week fiets ik rustig extensief duur, dat betekent dat mijn hartslag niet boven de 137 slagen mag uitkomen, ook met tegenwind. Dat betekent ook dat STRAVA mij na een training vertelt dat mijn gemiddelde maar 23,7 km/u is. Menig ‘stoerdoenerij’ sporter vindt mij geen wielrenner en ik zie ook dat ik minder kondo’s ontvang dan voor een rondje met een gemiddelde van 30,2 km. Maar dat maakt mij niks uit, door deze trainingen voelen die zondagochtenden een stuk minder zwaar dan vroeger en dat is niet alleen omdat ik ouder ben geworden en dus sterker. Maar mijn basis is breder geworden door rustiger trainen, door rustig te trainen heb ik geen hersteltijden meer van 3 dagen maar van 10 uur waardoor ik meer trainingsarbeid kan verrichten dan vroeger en uiteindelijk sterker wordt.
Moet ik dan altijd maar rustig trainen? NEE. Maar train vooral gedisciplineerd en train wat je moet trainen. Dan zitten er nog genoeg trainingen in waarvan je voldoende pijn in je armen of benen krijgt, maar zal dit niet meer iedere training zijn.
Jeugd kijkt op tegen volwassenen. Dus misschien moeten de ‘stoerdoenerij’ sporters van de zondagochtend in Nederland eens het goede voorbeeld gaan geven. Als het stoer is om rustig te trainen leren kinderen dat je geen mietje bent en dat trainen op goede manier moet, dat je niet altijd maar hard en je je vrienden eruit moet fietsen. Ik denk dat er dan veel meer mensen met een stuk meer plezier op hun fiets zitten en blijven zitten, wat uiteindelijk de ontwikkeling van talenten in topsport en breedtesport alleen maar ten goede komt.